De oudste nog bestaande tàijì variant is de Chen stijl. In de tijd van Chen betekende een doeltreffende vechter macht en aanzien voor de eigen clan. Deze situatie veranderde met de komst van Yang Lu Chan, hij ontwikkelde een eigen stijl die geheel volgens de traditie aan zijn familienaam werd verbonden, de Yang stijl. Deze vorm is in het westen het meest verbreid, vooral dankzij de inspanningen van Cheng Man Ching en zijn leerlingen. Hij reduceerde het aantal bewegingen dat men in een soort solo-oefening, de vorm, doorloopt. Deze oefening staat bekend als de korte vorm. Naast de Chen en de Yang stijl behoren ook nog de Sun stijl en een tweetal Wu stijlen tot de belangrijkste Tài Jì Quán  stromingen in China. Daarnaast zijn uit iedere hoofdstijl weer verschillende andere kleine stijlen voortgekomen, ondertussen bestaan er in totaal wel 200 varianten.

Wu stijl

Wu stijl tàijì is ontstaan door een Mantsjoe genaamd Quan You (1834-1902) een officier in de Keizerlijke Brigade. Quan You was een student van Yang Luchan (stichter van de Yang stijl), in die tijd was Yang leraar vechtsporten in de Keizerlijke Garde. Quan You’s zoon, Wu Jianquan (1870-1942), hield al vanaf zijn jeugd van de vechtkunst en leerde onder toezicht van zijn vader. Via deze weg ontwikkelde hij zich snel en verdiepte zijn tàijì vaardigheden. Na 1912 was hij nog steeds de leer van de tàijì aan het ontwikkelen (bij de Bejing sportonderzoeksvereniging) en zijn vaders stijl aan het verfijnen. Daarom wordt hij naast zijn vader door zijn familie en hun leerlingen beschouwd als medeoprichter van de tàijì stijl van de Wu familie. Hij is verantwoordelijk voor de verfijningen waardoor de Wu stijl duidelijk is te onderscheiden van de Yang stijl.   Zijn twee zonen, Wu Gongyi en Wu Gongzao, waren zijn eerste leerlingen. Samen met andere leerlingen behaalden ze snel een hoog niveau van de tàijì vaardigheden. In 1928 werd Wu Jianquan uitgenodigd om in Shanghai tàijì te onderwijzen. In 1935 stichtte hij de Jiang Quan Association waarvan hij voorzitter was en Ma Yueliang waarnemend voorzitter. In die tijd reisde Wu Jiangquan naar Hongkong en Guangzhou en ook nog vele andere zuid-Chinese steden om daar de Wu stijl te verspreiden. Toen Wu Jiangquan in 1942 stierf was dit een groot verlies voor de tàijì wereld. Zijn zoon begon tàijì te onderwijzen in heel zuid-China en Wu Gongyi’s zoon, Wu Dagui verspreide de stijl in zuid Azië. De zoon van Wu Dagui, Wu Guangyu deed dat weer in Canada en is president van de Canadian Organisation of Traditional Tàijì Quan Association. Wu Jiangquan’s oudste dochter, Wu Yinghua (1907-1996), begon tàijì te leren bij haar vader op een zeer jong leeftijd. Ze is gehuwd met de student van haar vader Ma Yuliang (1901-1998), en gedurende haar leven onderwees ze samen met haar man tàijì in heel China. In de vechtkunstkringen werden ze beschouwd als een van de meest vermaarde leraren. Ma Hailong, de oudste zoon, is president van de Jiang Quan Association in Shanghai. Ma Jiangbao, de derde zoon, kwam in 1986 naar Europa om daar de Wu stijl te verspreiden en is ere-voorzitter van de Europese Vereniging voor Traditionele Wu Tài Jì Quán  (EWTC) die in 1995 is opgericht.
Er zijn verschillende manieren waarop de Chinese taal in het westerse (Latijnse) alfabet kan worden weergegeven. Vooral in de oudere westerse literatuur is het daarom vaak een ware puzzel om wijs te worden uit de verschillende transcripties. Elke Europese taal (zoals ook het Nederlands) hanteerde zijn eigen wijze van transcriptie. De meest populaire transcriptie was het zogenaamde Wade-Giles systeem (T’ai Chi Ch’uan), dat tot voor kort in de meeste historische boeken over China werd gebruikt. Sinds 1956 heeft de regering van de Volks republiek echter zelf een voorkeur transcriptie ontwikkeld en gepropageerd, het pinyin. Tegenwoordig gebruiken de meeste westerse universiteiten, kranten en tijdschriften het pinyin.

Tàijì is een bewegingsleer, die volgens de Chinese denkwijze (filosofie) voor zelfverdediging

gebruikt kan worden met als uiteindelijk doel het bevorderen

van de algehele gezondheid.

Wat betekent nu Tài Jì Quán?

De letterlijke vertaling van tàijì is “het hoogst bereikbare” dit verwijst naar de oude Chinese filosofie ook wel bekend als Yin-Yang filosofie.  Quán betekent letterlijk “vuist-of bokskunst”. Deze twee komen samen in de bewegingen van taijiquan en vertelt ons dat we ook met een krijgskunst te maken hebben. Het uiteindelijke doel van al dat denken, bewegen en verdedigen is de lichamelijke en geestelijke gezondheid.

Dit is de website van Richard Zwaart, leraar in de Wu stijl Taiji Quan 

Via deze website wil ik u informeren over Tai Ji in het algemeen

 en natuurlijk over de Wu variant in het bijzonder.

In Tài Jì Quán komt tàijì naar voren in het zoeken naar open en dichte houdingen, gewicht verplaatsingen (vol en leeg been) ontspanning en kracht zetten, in- en uitademen en de stroming van de Qi. Het tàijì symbool is niet uniek voor tàijì, maar vormt de hoeksteen van de filosofie van veel kunsten in China zoals kalligrafie, kookkunst en geneeskunde. Wanneer Yin en Yang in balans zijn, is er een mooi handschrift, is men gezond en is het eten goed voor het lichaam.  Wanneer Yin en Yang in bewegingen in harmonie zijn, stroomt volgens deze filosofie de Qi beter. Yang (wit) en Yin (zwart) komen steeds in bepaalde verhoudingen voor. Een hele streep betekent Yang een onderbroken streep Yin. Boven in het figuur is extreem Yang, onder extreem Yin. Het begrip tàijì is ouder dan Tài Jì Quán  en komt voor in het boek der veranderingen, de I Tjing. Dit boek zou zijn (her)uitgegeven en bestudeerd door Confucius (551-490 v.Chr.) en zou  ongeveer 1000 voor Christus al op schrift zijn gesteld. Het tàijì symbool is overigens van latere datum. Tàijì verwijst dus naar het Yin en Yang symbool en staat voor een filosofie. Quán in Tài Jì Quán  betekent letterlijk vuist en verwijst naar krijgskunst. Tài Jì Quán  is dus een krijgskunst gebaseerd op de filosofie van Yin en Yang.

Leraar Wu stijl Tai Ji Quan

In mijn jeugd was ik al geïnteresseerd in Martial Arts en ben ik begonnen met Taekwondo en later met Kyokushinkai Karate. Met Tai  Ji Quan ben ik 1987 begonnen met de Yang stijl (Zheng Man Ching) waarbij ik o.a. trainde bij Rob en Erich Volke. Vanaf 1995 beoefen ik nu de traditionele Wu stijl, bij Ma Jiangbao, waarin ik vanaf 1998 met plezier les geef. Mijn interesse gaat uit naar Tui Shou (pushing hands) en ik heb sinds 1993 vrijwel ongeslagen meegedaan aan nationale en internationale wedstrijden hierbij was onder andere het Europese kampioenschap in 2001 een hoogtepunt. Van 2007 tot 2014 was ik jurylid en scheidsrechter bij de STN en in 2008 ben ik gestart met de Tai Ji Quan school Jian Aan Zee in Den Helder

Wu stijl

De traditionele Wu stijl dankt zijn naam aan een van de drie van oudsher toonaangevende Tài Jì Quán  families in China. Binnen deze stijl worden de bewegingspatronen onderwezen en beoefend volgens een aantal uiterst gestructureerde choreografieën. Al deze vormen, te beginnen met de langzame vorm, zijn er op gericht de beoefenaar zo natuurlijk mogelijk te laten bewegen.

Wat is Tài Jì Quán  ?

Tàijì is een Chinese krijgskunst gebaseerd op taoïstische principes. De filosofie van Tao, Yin en Yang, ziet men terug in de oefeningen. Het is een ontspanningssport die ervoor zorgt dat uw lichaam en geest in balans komen. Het versterkt de spierkracht en verbetert zowel de conditie als het coördinatievermogen en bovendien werkt het heel goed tegen stress. De Wu stijl maakt nog steeds gebruik van wapens zoals de sabel, het zwaard en de lans. Samen met de langzame vorm, de snelle vorm en Tui Shou is de Wu stijl een traditioneel systeem van de Chinese krijgskunst. De studie van tàijì bestaat uit drie onderdelen: - De vormen, - Tui Shou, - Lilun (de theorie).

Er zijn vele verschillende vertalingen en schrijfwijzen voor de Chinese karakters   太   极   拳

(Tài Jí Quán) Op deze website hanteer ik de officiële pinyin spelling

zoals te zien in de titel balk en verder heb ik

het kortweg over tàijì.

Pin Yin

Introductie

Geschiedenis

De vechtkunsten in China waren vanouds eigendom van een bepaalde familie.

 De methoden en technieken die een bepaalde familie hanteerde

 werden voor buitenstaanders geheim gehouden

Tàijì symbool

In het taiji symbool is te zien dat wanneer het wit toeneemt het zwart afneemt.

 Het taiji symbool is ook een cirkel en wanneer deze cirkel in beweging is,

veranderen daarbij constant de verhoudingen tussen Yin en Yang. 

Stamboom

Mijn leraar Ma Jiangbao is geboren in 1941 en is in Shanghai opgegroeid binnen een gerenommeerde Tài Jì Quan familie. Zijn ouders Wu Yinghua en Ma Yuehliang worden tot de beroemde grootmeesters van de Wu stijl gerekend. Zijn grootvader Wu Jianquan wordt beschouwd als degene die deze op een na grootste tak van het Tài Jì Quán  zijn naam en huidige verschijningsvorm heeft gegeven. 
© 2024 | Jian Aan Zee - Stilte in Beweging en Beweging in Stilte |   Disclaimer
In Tài Jì Quán komt tàijì naar voren in het zoeken naar open en dichte houdingen, gewicht verplaatsingen (vol en leeg been) ontspanning en kracht zetten, in- en uitademen en de stroming van de Qi. Het tàijì symbool is niet uniek voor tàijì, maar vormt de hoeksteen van de filosofie van veel kunsten in China zoals kalligrafie, kookkunst en geneeskunde. Wanneer Yin en Yang in balans zijn, is er een mooi handschrift, is men gezond en is het eten goed voor het lichaam.  Wanneer Yin en Yang in bewegingen in harmonie zijn, stroomt volgens deze filosofie de Qi beter. Yang (wit) en Yin (zwart) komen steeds in bepaalde verhoudingen voor. Een hele streep betekent Yang een onderbroken streep Yin. Boven in het figuur is extreem Yang, onder extreem Yin. Het begrip tàijì is ouder dan Tài Jì Quán  en komt voor in het boek der veranderingen, de I Tjing. Dit boek zou zijn (her)uitgegeven en bestudeerd door Confucius (551-490 v.Chr.) en zou  ongeveer 1000 voor Christus al op schrift zijn gesteld. Het tàijì symbool is overigens van latere datum. Tàijì verwijst dus naar het Yin en Yang symbool en staat voor een filosofie. Quán in Tài Jì Quán  betekent letterlijk vuist en verwijst naar krijgskunst. Tài Jì Quán  is dus een krijgskunst gebaseerd op de filosofie van Yin en Yang.
De oudste nog bestaande tàijì variant is de Chen stijl. In de tijd van Chen betekende een doeltreffende vechter macht en aanzien voor de eigen clan. Deze situatie veranderde met de komst van Yang Lu Chan, hij ontwikkelde een eigen stijl die geheel volgens de traditie aan zijn familienaam werd verbonden, de Yang stijl. Deze vorm is in het westen het meest verbreid, vooral dankzij de inspanningen van Cheng Man Ching en zijn leerlingen. Hij reduceerde het aantal bewegingen dat men in een soort solo- oefening, de vorm, doorloopt. Deze oefening staat bekend als de korte vorm. Naast de Chen en de Yang stijl behoren ook nog de Sun stijl en een tweetal Wu stijlen tot de belangrijkste Tài Jì Quán   stromingen in China. Daarnaast zijn uit iedere hoofdstijl weer verschillende andere kleine stijlen voortgekomen, ondertussen bestaan er in totaal wel 200 varianten.

Wu stijl

Wu stijl tàijì is ontstaan door een Mantsjoe genaamd Quan You (1834-1902) een officier in de Keizerlijke Brigade. Quan You was een student van Yang Luchan (stichter van de Yang stijl), in die tijd was Yang leraar vechtsporten in de Keizerlijke Garde. Quan You’s zoon, Wu Jianquan (1870- 1942), hield al vanaf zijn jeugd van de vechtkunst en leerde onder toezicht van zijn vader. Via deze weg ontwikkelde hij zich snel en verdiepte zijn tàijì vaardigheden. Na 1912 was hij nog steeds de leer van de tàijì aan het ontwikkelen (bij de Bejing sportonderzoeksvereniging) en zijn vaders stijl aan het verfijnen. Daarom wordt hij naast zijn vader door zijn familie en hun leerlingen beschouwd als medeoprichter van de tàijì stijl van de Wu familie. Hij is verantwoordelijk voor de verfijningen waardoor de Wu stijl duidelijk is te onderscheiden van de Yang stijl.   Zijn twee zonen, Wu Gongyi en Wu Gongzao, waren zijn eerste leerlingen. Samen met andere leerlingen behaalden ze snel een hoog niveau van de tàijì vaardigheden. In 1928 werd Wu Jianquan uitgenodigd om in Shanghai tàijì te onderwijzen. In 1935 stichtte hij de Jiang Quan Association waarvan hij voorzitter was en Ma Yueliang waarnemend voorzitter. In die tijd reisde Wu Jiangquan naar Hongkong en Guangzhou en ook nog vele andere zuid- Chinese steden om daar de Wu stijl te verspreiden. Toen Wu Jiangquan in 1942 stierf was dit een groot verlies voor de tàijì wereld. Zijn zoon begon tàijì te onderwijzen in heel zuid-China en Wu Gongyi’s zoon, Wu Dagui verspreide de stijl in zuid Azië. De zoon van Wu Dagui, Wu Guangyu deed dat weer in Canada en is president van de Canadian Organisation of Traditional Tàijì Quan Association. Wu Jiangquan’s oudste dochter, Wu Yinghua (1907-1996), begon tàijì te leren bij haar vader op een zeer jong leeftijd. Ze is gehuwd met de student van haar vader Ma Yuliang (1901-1998), en gedurende haar leven onderwees ze samen met haar man tàijì in heel China. In de vechtkunstkringen werden ze beschouwd als een van de meest vermaarde leraren. Ma Hailong, de oudste zoon, is president van de Jiang Quan Association in Shanghai. Ma Jiangbao, de derde zoon, kwam in 1986 naar Europa om daar de Wu stijl te verspreiden en is ere- voorzitter van de Europese Vereniging voor Traditionele Wu Tài Jì Quán  (EWTC) die in 1995 is opgericht.
Er zijn verschillende manieren waarop de Chinese taal in het westerse (Latijnse) alfabet kan worden weergegeven. Vooral in de oudere westerse literatuur is het daarom vaak een ware puzzel om wijs te worden uit de verschillende transcripties. Elke Europese taal (zoals ook het Nederlands) hanteerde zijn eigen wijze van transcriptie. De meest populaire transcriptie was het zogenaamde Wade-Giles systeem (T’ai Chi Ch’uan), dat tot voor kort in de meeste historische boeken over China werd gebruikt. Sinds 1956 heeft de regering van de Volks republiek echter zelf een voorkeur transcriptie ontwikkeld en gepropageerd, het pinyin. Tegenwoordig gebruiken de meeste westerse universiteiten, kranten en tijdschriften het pinyin.

Tàijì is een bewegingsleer, die volgens de Chinese denkwijze

(filosofie) voor zelfverdediging gebruikt kan worden

met als uiteindelijk doel het bevorderen

van de algehele gezondheid.

Wat betekent nu Tài Jì Quán?

De letterlijke vertaling van tàijì is “het hoogst bereikbare” dit verwijst naar de oude Chinese filosofie ook wel bekend als Yin- Yang filosofie.  Quán betekent letterlijk “vuist-of bokskunst”. Deze twee komen samen in de bewegingen van taijiquan en vertelt ons dat we ook met een krijgskunst te maken hebben. Het uiteindelijke doel van al dat denken, bewegen en verdedigen is de lichamelijke en geestelijke gezondheid.

Dit is de website van Richard Zwaart,

leraar in de Wu stijl Tài Jì Quán . 

Via deze website wil ik u informeren

over tàijì in het algemeen

 en over de Wu-variant

in het bijzonder.

Wu stijl

De traditionele Wu stijl dankt zijn naam aan een van de drie van oudsher toonaangevende Tài Jì Quán  families in China. Binnen deze stijl worden de bewegingspatronen onderwezen en beoefend volgens een aantal uiterst gestructureerde choreografieën. Al deze vormen, te beginnen met de langzame vorm, zijn er op gericht de beoefenaar zo natuurlijk mogelijk te laten bewegen.

Wat is Tài Jì Quán  ?

Tàijì is een Chinese krijgskunst gebaseerd op taoïstische principes. De filosofie van Tao, Yin en Yang, ziet men terug in de oefeningen. Het is een ontspanningssport die ervoor zorgt dat uw lichaam en geest in balans komen. Het versterkt de spierkracht en verbetert zowel de conditie als het coördinatievermogen en bovendien werkt het heel goed tegen stress. De Wu stijl maakt nog steeds gebruik van wapens zoals de sabel, het zwaard en de lans. Samen met de langzame vorm, de snelle vorm en Tui Shou is de Wu stijl een traditioneel systeem van de Chinese krijgskunst. De studie van tàijì bestaat uit drie onderdelen: - De vormen, - Tui Shou, - Lilun (de theorie).

Pin Yin

Geschiedenis

Tàijì symbool

Stamboom

Mijn leraar Ma Jiangbao is geboren in 1941 en is in Shanghai opgegroeid binnen een gerenommeerde Tài Jì Quan familie. Zijn ouders Wu Yinghua en Ma Yuehliang worden tot de beroemde grootmeesters van de Wu stijl gerekend. Zijn grootvader Wu Jianquan wordt beschouwd als degene die deze op een na grootste tak van het Tài Jì Quán  zijn naam en huidige verschijningsvorm heeft gegeven. 

Er zijn vele verschillende vertalingen en schrijfwijzen voor

de Chinese karakters   太   极   拳  (Tài Jí Quán) Op deze

website hanteer ik de officiële pinyin spelling

zoals te zien in de titel balk en verder heb

ik het kortweg over tàijì.

De vechtkunsten in China waren vanouds eigendom van

een bepaalde familie. De methoden en technieken

 die een bepaalde familie hanteerde

werden voor buitenstaanders

geheim gehouden.

In het tàijì symbool is te zien dat wanneer het wit

toeneemt het zwart afneemt. Het tàijì symbool

is ook een cirkel en wanneer deze cirkel

in beweging is, veranderen daarbij

constant de verhoudingen

tussen Yin en Yang. 

© 2024 | Jian Aan Zee   Stilte in Beweging en Beweging in Stilte  Disclaimer

Introductie

Leraar Wu stijl Tai Ji Quan

In mijn jeugd was ik al geïnteresseerd in Martial Arts en ben ik begonnen met Taekwondo en later met Kyokushinkai Karate. Met Tai  Ji Quan ben ik 1987 begonnen met de Yang stijl (Zheng Man Ching) waarbij ik o.a. trainde bij Rob en Erich Volke. Vanaf 1995 beoefen ik nu de traditionele Wu stijl, bij Ma Jiangbao, waarin ik vanaf 1998 met plezier les geef. Mijn interesse gaat uit naar Tui Shou (pushing hands) en ik heb sinds 1993 vrijwel ongeslagen meegedaan aan nationale en internationale wedstrijden hierbij was onder andere het Europese kampioenschap in 2001 een hoogtepunt. Van 2007 tot 2014 was ik jurylid en scheidsrechter bij de STN en in 2008 ben ik gestart met de Tai Ji Quan school Jian Aan Zee in Den Helder

Introductie

Jian Aan Zee